Willeke van der Meer (1966)
Mijn werk bestaat voornamelijk uit grote tekeningen en camera obscura foto’s.
De tekeningen bestaan uit krachtige zwarte lijnen die in vloeiende bewegingen over de gehele lengte van het papier (ruim 5 meter) zijn gezet. De tekeningen zijn abstract: het gaat enkel om de kracht, helderheid en de beweging die de lijnen tonen. Voor deze manier van tekenen bouwde ik een ton. De maten van de ton zijn gebaseerd op mijn eigen lichaamsmaten. Zo heeft de ton een diameter die gelijk is aan de lengte van mijn armen. Met beide handen beschrijf ik de ruimte om me heen. Wanneer de tekeningen buiten de ton gepresenteerd worden, vormen ze een omklapping. In tegenstelling tot de ronde omsloten omgeving waarin ze zijn ontstaan, laten ze aan de muur een enorme wijdsheid zien.
Met de ton als camera obscura zijn ook panoramische foto’s gemaakt. De techniek is pinhole-fotografie. Het is het basisprincipe van de fotografie: in een donkere doos wordt een gaatje geprikt waar het licht door naar binnen komt. Op de tegenoverliggende wand zit lichtgevoelig materiaal om het beeld vast te leggen. De belichtingstijden zijn lang, afhankelijk van het papier soms wel een hele dag.